WEDSTRIJDREGLEMENT
 

Damcombinatie Zaanstreek, wedstrijdreglement zoals vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering d.d. 18-03-2024 te Zaandam

  

Inleiding

Damcombinatie Zaanstreek (hierna ook: vereniging) organiseert damwedstrijden in clubverband. Dit wedstrijdreglement is van toepassing voor de damwedstrijden en damcompetities, die door de

vereniging worden georganiseerd. In dit wedstrijdreglement worden in bijzonder de regels vastgesteld, die gelden voor de onderlinge (interne) competitie en de door de vereniging georganiseerde onderlinge (interne)competitie sneldammen. Bij de organisatie van specifieke

andere damwedstrijden (denk aan het "Jan Mekkentoernooi”, de oud- en nieuwwedstrijden, etc.) kan door het bestuur van de vereniging worden afgeweken van dit wedstrijdreglement, mits dit tevoren is gecommuniceerd met de deelnemers.

Aan de hiervoorgenoemde onderlinge competities kunnen uitsluitend deelnemenpersonen, die lid zijn van Damcombinatie Zaanstreek én personen die hebben aangegeven binnen een proefperiode van maximaal een zes weken lid te zullen worden van de vereniging.

Algemene regels

1.      
Op de damwedstrijden is het "Spel- en wedstrijdreglement” van de KNDB van toepassing, tenzij daarvan in dit wedstrijdreglement is afgeweken. Daarnaast gelden de bepalingen, die door de Algemene Ledenvergadering zijn vastgesteld, waaronder uitdrukkelijk begrepen de in dit wedstrijdreglement opgenomen regels.

2.
De vereniging organiseert in de periode augustus tot en met juli van het daaropvolgende jaar (het seizoen) onderlinge competities, zoals hiervoor zijn genoemd. De speeldata worden door het bestuur tijdig gecommuniceerd met de leden.

3.
Alle wedstrijden staan onder leiding van een door het bestuur van de vereniging aangestelde wedstrijdleider. Bij afwezigheid van de wedstrijdleider, wordt door het bestuur een vervanger aangesteld.

4.
Digitaal noteren is toegestaan. Hierbij gelden binnen de KNDB van toepassing zijnde voorwaarden.

5.
De op een speeldag aanwezige spelers helpen voor de aanvang van de wedstrijden bij het gereedzetten van het materiaal (borden, schijven en klokken). Na het einde van een wedstrijd (hier hun partij) zorgen beide spelers er voor dat het door hen gebruikte materiaal wordt opgeruimd.

Onderlinge (interne) competitie

6.      
De onderlinge competitie wordt gespeeld volgens het moyennesysteem (variant: sterk/zwak beloning). Dit systeem wordt in de bijlage bij dit wedstrijdreglement nader toegelicht.

7.
De deelnemers aan de onderlinge (interne) competitie worden naar sterkte ingedeeld in groepen. Uitgangspunt voor deze indeling geldt de eindstand van het voorafgaande seizoen. Voor deelnemers, welke niet in deze eindstand zijn opgenomen, bepaalt de wedstrijdleider op basis van een door hem geschatte speelsterkte in welke groep de desbetreffende deelnemer wordt ingedeeld.

8.
Gedurende het seizoen kan een deelnemer afhankelijk van zijn resultaten in de lopende competitie worden ingedeeld in een hogere of lagere groep. Na 7, 14, 21 en 28 ronden (speeldagen waarop deze competitie heeft plaatsgevonden) wordt de groepsindeling ten aanzien van deelnemers, die aan meer dan 60% van het aantal reeds gespeelde ronden hebben deelgenomen, herzien. Een deelnemer die in de op dat moment geldende stand van de competitie een hoger gemiddeld moyenne heeft dan bovengrens van die betreffende groep stijgt één groep. Een deelnemer die in de op dat moment geldende stand van de competitie een lager gemiddelde heeft dan de ondergrens van die betreffende groep daalt één groep.


Begin van de wedstrijd, speeltempo

9.
Elke speler dient op de speeldag voor 18.00uur (per e-mail of WhatsApp) aan de wedstrijdleider door te geven of hij op deze speeldag een wedstrijd wenst te spelen. In overleg met de wedstrijdleider kan een speler doorgeven dat hij op alle speeldagen een wedstrijd wenst te spelen én zich voor 18.00 uur op de speeldag zal afmelden, wanneer hij op de betreffende speeldag niet wenst te spelen of verhinderd is om te spelen.

10.  
De onderlinge wedstrijden beginnen uiterlijk om 20.00 uur, behalve als dit anders is vermeld. Het is spelers toegestaan hun wedstrijd eerder te beginnen, mits niet eerder dan 19.45 uur en beide spelers hiermee instemmen. De wedstrijdleider stelt om 20.00 uur de klok in werking bij wedstrijden (hier de partijen), die op dat moment nog niet zijn aangevangen.

11.  
Het speeltempo (volgens het Fischer-systeem) bedraagt 50 minuten per speler, plus 1 minuut voor elke te spelen zet.

12.
In de regel eindigen de onderlinge wedstrijden op een speeldag uiterlijk om 24.00 uur. Een wedstrijd die nog niet is beslist wordt afgebroken en binnen 14 dagen uitgespeeld. De speler die aan zet is behoeft geen zet af te geven.

13.  
Op elke speeldag stelt de wedstrijdleider de wedstrijden voor die ronde vast. Als uitgangspunt geldt daarbij dat het verschil in de op dat moment geldende stand niet meer dan 8 plaatsen mag bedragen. Per seizoen kan een speler maximaal vier keer tegen dezelfde speler uitkomen. Voor zover dit (bij het vaststellen van de wedstrijden) mogelijk is tot en met speelronde 7 maximaal één keer, tot en met speelronde 14 maximaal twee keer en tot en met speelronde 21 maximaal drie keer.

Eindstand en plaatsing

14.  
Onder het moyenne wordt verstaan het aantal punten dat een speler heeft behaald gedeeld door het aantal wedstrijden dat deze wedstrijden heeft gespeeld. Per gespeelde partijzijn 2500 punten te verdelen. De verdeling geschiedt op basis van de groepsindeling (zie bijlage).

15.  
De eindstand wordt bepaald door het moyenne dat een speler op dat moment heeft behaald. Dit geldt ook voor de gepubliceerde tussenstanden. Indien twee of meer spelers gelijk eindigen wordt de plaatsing bepaald achtereenvolgens:

-         het grootst aantal overwinningen;

-         het beste onderlinge resultaat tussen de gelijk geëindigde spelers;

-         een of meer beslissingswedstrijden met hetzelfde speeltempo als in de competitie

16.  
De kampioen van een bepaald seizoen is die speler die in de eindstand het hoogste moyenne heeft behaald.

17.  
De eindstand is tevens bepalend voor het toekennen van andere prijzen, welke voor deelnemers aan deze competitie beschikbaar zijn gesteld door of na toestemming van het bestuur.


18.  
Om in de eindstand van een seizoen te worden opgenomen dient een speler tenminste 70% van het aantal speelronden, dat voor het betreffende seizoen vooraf door het bestuur is vastgesteld én daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, te hebben gespeeld. Op de in dit artikel genoemde speelronden komen de compensatiewedstrijden in mindering (zie artikel 20).

19.
Een speler die op een speeldag voor de vereniging uitkomt in een andere wedstrijd ontvangt één compensatiepartij. Een speler, die vooraf heeft aangegeven op de speeldag te willen spelen, maar door omstandigheden (zoals oneven aantal spelers, tegenstander is niet gekomen), ontvangt als compensatie van deze vrije ronde één compensatiewedstrijd.

20.  
Aan de hand van de aangepaste eindstand wordt de plaatsing voor het team bepaald, waarin een speler het daaropvolgende seizoen mag uitkomen in de nationale competitie. Voor deze aangepaste eindstand zijn de volgende regels van toepassing: Voor aanvang van het seizoen wordt het aantal wedstrijden vastgesteld dat een speler moet hebben gespeeld om in aanmerking te komen voor plaatsing in een team. Dit is naar beneden afgerond 70% van het totaal aantal speelronden. Hierop komende compensatie partijen in mindering. Zodra dit aantal partijen is gespeeld wordt zijn moyenne als het ware vastgezet, waarna het vastgezette moyenne alleen maar omhoog kan door de daarna te spelen wedstrijden.

21.  
Voor plaatsing in een team geldt dat de eerste zes spelers (bij achttallen) of acht spelers (bij tientallen) op de aangepaste eindstand zich plaatsen voor het eerste team. De volgende zes (bij achttallen), respectievelijk acht (bij tientallen) spelers op de aangepaste eindstand plaatsen zich voor het tweede team. Voor zowel het eerste als tweede team worden twee plaatsen (de ook wel genoemd keuzeplaatsen) door het bestuur bepaald. Voor een speler die afziet van zijn recht om in het eerste team uit te komen beslist het bestuur welk lid in dat team zijn plaats inneemt.

 

Onderlinge competitie sneldammen

22.  
Voor aanvang van het seizoen stelt het bestuur de speeldagen vast waarop deze wedstrijden wordt gehouden. Op deze speeldagen vinden geen andere wedstijden in de speellocatie plaats.

23.  
Afhankelijk van het aantal deelnemers vindt een groepsindeling plaats naar speelsterkte. (Hoe hoger de speelsterkte, hoe hoger de groep, waarin de speler komt.)

24.  
In elke groep wordt – afhankelijk van het aantal deelnemers op een speeldag– de grootte van iedere groep bepaald en of er een enkele of dubbele speelronde wordt gespeeld.

25.  
Het speeltempo bedraagt5 minuten plus 3 seconden of 5 seconde voor elke zet (afhankelijk van de grootte van de groep en de beschikbare speeltijd op de speeldag).

26.  
Voor elke gewonnen partij ontvangt een speler twee punten en voor elke remisepartij ontvangt een speler één punt. De eindstand (aan het eind van het seizoen) wordt bepaald door het totaal van het aantal behaalde punten te delen door het aantal gespeelde wedstrijden, ongeacht in welke groep(en) de speler heeft deelgenomen. De kampioen van de sneldamcompetitie is de

speler, met het hoogste gemiddelde, ongeacht in welke groep(en) hij heeft deelgenomen.

27.  
Om in de eindstand te worden opgenomen dient een speler tenminste 60% van het aantal speelronden te hebben deelgenomen.

 

Slotbepalingen

28.  
In situaties, waarin dit spel en wedstrijdreglement niet voorziet en/of zich bijzondere omstandigheden voordoen, beslist de wedstrijdleider namens het bestuur. Dit reglement kan uitsluitend worden gewijzigd door de Algemene Ledenvergadering van de vereniging.

29.  Ieder lid van Damcombinatie Zaanstreek wordt geacht dit wedstrijdreglement te kennen. Door deelneming aan de door de vereniging georganiseerde wedstrijden verklaart hij zich akkoord met de in dit wedstrijdreglement opgenomen bepalingen.


Bijlage Groepsindeling

Bij de onderlinge competitie worden de volgende groepen onderscheiden:

 

Groep

Moyenne groter dan

Moyenne kleiner dan

1

1400

 

2

1300

1400

3

1200

1300

4

1000

1200

5

800

1000

6

0

800

 

Spelen twee speler van dezelfde groep tegen elkaar dan: Ontvangt de winnaar 2000 punten

Ontvangt de verliezer 500 punten

Bij remise ontvangen beide spelers 1250 punten

 

 

Bij een wedstrijd tussenspelers van verschillende groepen geldt dat de speler uit de lagere groep per groepsverschil ongeacht de uitslag altijd een bonus ontvangt van 50 punten, die in mindering komt op de speler uit de hogere

groep.

 

 

Dus als een speler uit groep 4 uitkomt tegen een speler uit groep 1 ontvangt de speler uit groep 4 een bonus van 3 x 50 = 150 punten, welke in mindering komt op de punten, die de speler uit groep 1 behaalt. In dit voorbeeld:

 

Speler groep 1

Speler groep 1

Speler groep 4

Speler groep 4

Wint

1850

Verliest

650

Verliest

350

Wint

2150

Remise

1100

Remise

1400

 

In bijgaande spreadsheet is dit nader uitgewerkt.

dc_zaanstreek_spreadsheet_punten_moyenne-systeem_maart_2024.pdf